istock 2

De opkomst van batterijen in het beheer van noodvermogen: balanceren tussen hernieuwbare energie en onbalansprijzen

Door Jan Willem Zwang22 mei 2023
Auteur Jan Willem Zwang

Jan Willem Zwang is een onafhankelijk energie-expert die schrijft op eigen titel. Om zijn onafhankelijkheid te waarborgen wordt de vergoeding voor zijn bijdrage overgemaakt naar een door hem te kiezen goed doel. De vergoeding voor deze bijdrage gaat naar Giro 555 ‘Geef voor aardbeving Turkije en Syrie’.

De opkomst van batterijen in het beheer van noodvermogen: balanceren tussen hernieuwbare energie en onbalansprijzen

Noodvermogen is de derde vorm van vermogen dat door TenneT wordt ingezet om het landelijke elektriciteitsnet in balans te houden. De eerste vorm van vermogen (primair vermogen) is de FCR; de Frequency Containment Reserve. De tweede vorm van vermogen (secundair vermogen) is de aFRR; de automatic Frequency Restoration Reserve. De derde vorm, het tertiair vermogen is het noodvermogen, ook wel mFRR; manual Frequency Restoration Reserve. Wanneer noodvermogen wordt afgeroepen zijn de verschillen tussen het verwachte verbruik en het werkelijke verbruikt dus altijd het grootst.

In de periode 2013 tot en met 2020 werd noodvermogen gemiddeld 30 keer per jaar afgeroepen. Dat is gemiddeld 2,5 dagen per maand. In 2021 werd op 74 dagen noodvermogen afgeroepen en in 2022 zelfs op 134 dagen. Gemiddeld is dit meer dan 11 dagen per maand.

Ofwel: tegenwoordig wordt gemiddeld iedere drie dagen noodvermogen afgeroepen door TenneT.

Oorzaken? Bovenal de snelle groei van hernieuwbare energieproductiemiddelen in de energiehuishouding en de wisselvalligheid van beschikbaarheid daarvan.

Noodvermogen

Noodvermogen wordt verdeeld in twee categorieën: opregelen en afregelen. Een, vaak goedkope, vorm voor het inzetten van opregelvermogen, is het afschakelen van vraag. Bijvoorbeeld een smelterij die zijn ovens tijdelijk uit kan zetten omdat die niet meteen afkoelen. De elektriciteitsvraag daalt daardoor direct waardoor het net eerder in balans komt. Een, vaak dure, vorm van inzetten van opregelvermogen, is het inzetten van een dieselaggregaat of een WKK. Deze vorm is duurder omdat daar daadwerkelijk brandstoffen worden verbrand om elektriciteit op te wekken. Vaak gaat deze vorm ook gepaard met het (extra) uitstoten van CO2.

Inzetten van afregelvermogen kan eveneens op meerdere manieren. Enerzijds door tijdelijk meer elektriciteit te gaan verbruiken. Bijvoorbeeld een chloorfabriek die maar drie van de vier lijnen in gebruik heeft en tijdelijk ook de vierde lijn inzet. Er wordt dan tijdelijk meer elektriciteit verbruikt om het net weer in balans te krijgen. Anderzijds door kan TenneT afregelen door centrales tijdelijk uit te zetten. Dit kunnen gascentrales zijn (maar die worden vaak al ingezet voor secundair vermogen, de aFRR) maar ook zonne- of windparken.

Tot 28 februari 2021 is het niet voorgekomen dat TenneT ooit noodvermogen moest inzetten om af te regelen. Op 28 februari 2021 moest TenneT voor het eerst noodvermogen inzetten om af te regelen. Op 23 april 2022 moest TenneT voor het eerst ooit meerdere keren (drie keer) op één dag noodvermogen inzetten om af te regelen.

Het inzetten van noodvermogen gebeurt dus niet alleen steeds vaker maar ook steeds vaker meerdere keren per dag. Het gevolg hiervan is dat er steeds vaker hele hoge (noodvermogen opregelen) én hele lage (noodvermogen afregelen) en zelfs negatieve onbalansprijzen voorkomen.

Voor programmaverantwoordelijke partijen, van oudsher ‘de energiebedrijven’ is dit niet fijn. Om deze risico’s af te dekken, moeten zij de onbalanspremies verder verhogen.

Voor balanceringsdiensten verlenende partijen is dit juist wel heel fijn. Het verdienpotentieel van batterijen wordt hierdoor namelijk steeds groter wanneer vermogen wordt geactiveerd. Voor individuele batterijen is tertiair vermogen niet de meest aantrekkelijke markt. Het reserveren van de capaciteit levert namelijk aanzienlijk minder op dan het reserveren van capaciteit op de primaire en secundaire vermogensmarkt. Je moet de capaciteit echter wel beschikbaar houden om te kunnen leveren wanneer je wordt afgeroepen. Dan gaat de kassa pas echt rinkelen.

Een alternatief is echter de batterij in te zetten op de passieve onbalans. Dit is het resultaat van de inzet van allerlei assets op zowel de primaire, secundaire als tertiaire vermogensmarkten.

Wanneer noodvermogen wordt afgeroepen, zijn de onbalansprijzen het hoogst (bij opregelen) of het laagst (bij afregelen) en wanneer je op de juiste momenten laadt en/of ontlaadt verdient je batterij heel veel geld voor je.

Conclusie

Batterijen profiteren deze en komende jaren dus enorm dankzij de opkomst van hernieuwbare energieproductie. Daarnaast zorgt de inzet van batterijen ervoor dat al die hernieuwbare energie niet verloren gaat maar op andere momenten wordt ingezet. Dit scheelt ook nog eens veel CO2-uitstoot. Het elektriciteitsnet én het milieu profiteren deze en komende jaren dus enorm dankzij de opkomst van batterijen in onze energiehuishouding.